Dat zeg je toch niet?!

Inmiddels heb ik al diverse interviews gegeven over mijn geschreven autobiografie Uit de kluwen en heb ik mijn verhaal keer op keer verteld. Binnenkort verschijnt mijn verhaal opnieuw, dit keer in een veel gelezen tijdschrift. Ik vind het fijn en belangrijk dat mijn verhaal een weg naar buiten vindt en mensen bereikt. Dat mijn verhaal herkenning geeft, dat het inspireert, inzichten geeft, taboes doorbreekt en dat mensen zich aangemoedigd voelen om door mijn verhaal met hun eigen verhaal aan de slag te gaan. Toch lees ik deze interviews ook regelmatig met de nodige hartkloppingen terug en hoor ik een stem in mij herhalen: ‘Dat zeg je toch niet?!’.

De weg van de weerstand

Deze hartkloppingen zijn oude angsten die zich manifesteren in mijn hoofd en in mijn lijf. Dan bagatelliseer ik mijn verhaal weer en spreek ik veroordelingen uit naar mijzelf: “Dit kun je niet maken! Zo erg was het toch allemaal niet? Wat zullen de mensen nu van je denken? Je moeder komt toch ook ergens vandaan? Waarom vind je het nou nodig om alle vuile was buiten te hangen? Wie denk je eigenlijk wel dat je bent?”. Ik kan echt wel rationaliseren waarom deze angsten er zijn en waarom ik dit voel, maar het gebeurt toch. Er blijft schaamte bestaan over wat ik vertel en wat ik naar buiten breng. Maar juist dáár is ook de ruimte, de keuze om het wél te doen en die schaamte te doorbreken. Om de weg van de weerstand te gaan, de beren op de weg te trotseren en de juiste manier te kiezen waarop je dit vervolgens dan wél doet.

In een interview kun je nooit je hele verhaal doen, daar is simpelweg de ruimte niet voor. Wat er overblijft is een samenvatting, een deel van het verhaal, een beschrijving van feitelijke situaties en de soms harde werkelijkheid van geschreven woorden. Op momenten schrik ik zelf van wat ik gezegd heb, niet omdat het niet klopt, maar omdat het er (in mijn beleving) zo hard en zonder omhalen geschreven staat. Dat is best confronterend. Alle nuances, de volledigheid en de veelheid van een verhaal kun je nooit kwijt in een enkel interview. Daarin wordt een draadje uit de kluwen gekozen om op voort te borduren en dat is prima. Dat maakt dat mijn verhaal weer anderen bereikt en dat mensen geprikkeld worden verder te lezen.

Ik had een heel boek nodig om mijn hele verhaal te vertellen en zelfs daar staat niet alles in. Mijn verhaal en het verhaal van zovelen met mij laat zich nou eenmaal niet eenvoudig vertellen. Het zijn verhalen die nauwelijks uit te leggen of te plaatsen zijn, zolang het op zichzelf staande gebeurtenissen lijken te zijn. Pas als je alles achter elkaar zet en de patronen ziet en gaat herkennen, wordt duidelijk hoe ingewikkeld het is, hoe gebeurtenissen doorwerken in je leven en wat de gevolgen daarvan zijn.

Woorden worden ware verhalen

Ik heb wel eens geschreven dat het boek ‘Niemandskinderen’ van Caroline Roodvoets mij na aan het hart ligt. In haar boek beschrijft ze dat om een nare jeugd te kunnen verwerken, het woordeloze verhaal woorden moet krijgen, verteld moet worden.

“Schaamte kan je beletten om door te spreken – door de woorden worden verhalen waar en wordt de schaamte wakker!… Woorden zijn uiteindelijk het gereedschap om het trauma hanteerbaar te maken, het voertuig om tot verwerking te komen”.

De kwetsbaarheid waarmee ik mezelf tentoonstel blijft spannend, maar het is de enige manier waarop ik de weg van vrijheid kan blijven bewandelen. Ik zeg het dus wél! Ik kan het zeggen, juíst omdat ik de nuances ken, beschreven heb en ze begrijp. Daardoor kan ik vertellen. En vertellen doe ik, omdat het zo herkenbaar is voor velen, omdat het schaamte doorbreekt, omdat het inzicht geeft bij organisaties die met dergelijke problematiek te maken hebben en omdat het is wie ik ben.

Dus kies ik ervoor om naar buiten te blijven treden en mijn verhaal te doen. Kies ik ervoor toch interviews te blijven geven, mijn verhaal te vertellen aan mensen die zich herkennen in mij. Ik zal, als het weer kan, weer voor die zaal gaan staan en laten zien dat er hoop is, ook als je opgegroeid bent in erbarmelijke omstandigheden en je daar dagelijks nog de gevolgen van ondervindt. Ik zal in gesprek blijven gaan met organisaties om te praten over de gevolgen van opgroeien in onveiligheid. Ik zal spreken en mijn verhaal blijven omarmen. En zoals Brené Brown zegt:

“We either own our stories or they own us. Only when we have the courage to own our history are we able to write a brave new ending to our story”.

Ook jij hebt jouw verhaal te vertellen. Ik moedig je aan de moed en de woorden te vinden voor wat jij te vertellen hebt. Dat kan zichtbaar of onzichtbaar, in het klein of in het groot. De vorm maakt niet uit, zolang het maar jouw verhaal is. Je hebt geen invloed op hoe jouw levensverhaal begon, je hebt wel invloed op hoe het afloopt. En ja, ook jij mag dat gewoon vertellen!

1 gedachte over “Dat zeg je toch niet?!”

  1. Mooi je verhaal zo te kunnen doen vanuit een vervelend verleden…
    Heb het in de Libelle gelezen
    Ik herken mezelf wel in veel dingen, ook ik ben getraumatiseerd en gevormd door wat in mijn jeugd is gebeurd en schrijf het ook van me af. En ook ik ben hooggevoelig en voel me door alles vaak anders dan anderen. En ook ik ben gestopt met werken en dingen moeten zodat ik er aan toekwam aan mezelf te werken.
    Fijn dat er toch voor beiden een mooi leven bestaat met gezin en dat het een rugzak is waar alles in zit die we ook vaak af mogen doen gelukkig😉
    Liefs Christien

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *