Opgebrand?

Mei 2018 – ‘Mijn lichaam heeft mij in de steek gelaten, het kan niet meer functioneren en ik weet niet meer hoe ik mij moet ontspannen. Ik ben nog maar een schim van de vrouw die ik was. Mijn armen liggen als kromme, verkrampte, niet met mij verbonden ledematen naast mijn lichaam. Alsof ze niet langer een deel van mij zijn. Mijn rug doet pijn en mijn benen voelen zo zwaar en week aan dat ik mij afvraag of ze mij ooit nog kunnen dragen. Mijn hoofd voelt alsof het volgezogen is met watten, ik kan geen enkele rationele beslissing meer nemen. Ik kan alleen maar steeds opnieuw mijn best doen om niet te verdrinken in de hopeloze toestand die zich manifesteert in mijn hoofd…’ (Uit de kluwen – 2020)

Twee en een half jaar geleden zat ik tegenover mijn huisarts. Ik vertelde hem dat ik dacht dat ik lichamelijk wat moest mankeren. Mijn gewrichten deden al maandenlang pijn, dagelijks had ik migraineachtige hoofdpijnen en ik kon niet goed meer nadenken. Ik had mij ziek moeten melden op mijn werk, omdat ik letterlijk mijn bed niet meer uit kon komen van de pijn. Mijn huisarts luisterde naar mijn verhaal en sprak de woorden uit: ‘Ik denk dat jouw lichamelijke klachten worden veroorzaakt door jouw psychische toestand, jij hebt een burn-out’.  

Ik geloofde hem niet, ik kon die naam niet eens uitspreken. Ik walgde ervan en kon niet geloven dat het mij was overkomen. Ik heb het altijd al ingewikkeld gevonden om aandacht te vragen voor mijn lichamelijke klachten, nog steeds. En ja, dat komt ergens vandaan. Het zijn patronen die me al van jongs af aan in de weg zitten. Ik moest doorgaan, niet zeuren, wat maken van mijn leven en er zijn voor de mensen die mij altijd nodig hadden. Waarvan ik altijd dacht dat ze me nodig hadden. En ergens had ik hen ook nodig, ik was gewend om te zorgen. Als ik niet kon zorgen, dan was ik niets meer.  ‘Ik red me wel’ roep ik al van kinds af aan. En zo heb ik mijn leven doorstaan. Ik redde me wel, mij kreeg je er niet onder, ik wist hoe ik sterk moest zijn.

Ik heb mijn leven kunnen overleven door deze instelling. Door nooit op te geven, ben ik wel waar ik nu ben. Ik heb een goed leven. Maar het eiste ook zijn tol. In 2018 schakelde mijn lichaam zichzelf uit. Ik kon mezelf niet meer redden, niet meer zorgen, niet meer doorgaan, ik kon de signalen van mijn lijf niet meer negeren, ze omgaven me volledig. Ik was opnieuw ingehaald door de rauwheid van mijn leven. Ik kon aan mijn huisarts, bedrijfsarts, leidinggevende en mensen om me heen niet goed duidelijk maken hoe het voor mij was. Want hoe ziek en beroerd ik me ook voelde, steeds opnieuw kreeg ik het voor elkaar om er beter uit te zien en me beter voor te doen dan ik mij daadwerkelijk voelde. Ik kon niet omarmen dat ik uitgeschakeld was en daardoor kon ik in de eerste instantie ook niet het verhaal vertellen zoals het echt was. Ik nam mezelf totaal niet serieus, negeerde mijn klachten en ik rationaliseerde alles. Ik was nog maar een fractie van wat ik was, maar dat wisten zij niet en daardoor konden ze me ook niet echt helpen.

Toch is het deze burn-out geweest die me er uiteindelijk toe aan heeft gezet om mijn leven echt anders aan te gaan pakken. Om opnieuw langs de lijnen van mijn leven te lopen en te onderzoeken waarom ik was wie ik was, waarom ik ben wie ik ben, waarom ik reageer zoals ik reageer, waar patronen en gedragingen vandaan kwamen en waarom ik vastgelopen was. Toen het na een jaar tijd was om te re-integreren op mijn werk, heb ik de keuze gemaakt om hier vanaf te zien en mijn eigen weg te gaan. Ik wilde niet langer afhankelijk zijn van omgevingsfactoren en ik wilde mijn herstelproces op mijn eigen tempo en op mijn eigen manier afmaken. In dit proces schreef ik mijn autobiografie. Het heeft me een ongekende vrijheid gegeven. Mijn gevoel van vrijheid is niet langer meer een schijnveiligheid die afhankelijk is van de omstandigheden of van andere mensen, maar een geluksgevoel dat van binnenuit kom. Mijn eigenwaarde komt nu vanuit de kern van wie ik ben, vanuit mijn eigenheid. Ik heb mezelf leren kennen, echt leren kennen. En daardoor kan ik ook nieuwe keuzes maken die beter passen bij wie ik ten diepste ben.

Mijn burn-out is een opeenstapeling van omstandigheden geweest die ervoor zorgden dat ik omviel. Een combinatie van mijn eigen zijnskenmerken: hooggevoelig, perfectionistisch en kritisch, maar ook van de omstandigheden waar ik me toen in bevond: een voor mij onveilige situatie en gevoel op de werkvloer, een hoge werkdruk in combinatie met zorgtaken als mantelzorger, ingewikkelde familieomstandigheden en hooggevoelige kinderen die vastliepen op school. Door steeds maar door te willen en te moeten gaan viel ik om. Maar ik stond ook weer op en ging voor mezelf zorgen.

Stormen horen bij het leven. Ik doorstond vele stormen, waaronder een orkaan van een burn-out en toch ging ook deze immense storm uiteindelijk weer liggen. In mijn boek omschrijf ik het zo: ‘Stormen zullen mij bij tijd en wijle blijven overspoelen, zo is het leven nu eenmaal. Zowel stormen in de omstandigheden, als mijn interne stormen. Dat betekent dat het nooit echt helemaal rustig zal zijn, het nooit echt ‘klaar’ zal zijn. Maar eigenlijk geeft dat ook niet, omdat ik nu weet wie ik ben in die storm… Op die intense momenten, in mijn stormen, zal ik de werkelijkheid zien door de bril van mijn denken. Door de bril van mijn ingewikkelde brein. Door de bril van controle, van dwang, van het zoeken naar veiligheid. Door een beschadigde bril die ontstaan en gevormd is vanuit een onveilig, onbetrouwbaar en onvoorspelbaar verleden. Op die momenten zal het neerkomen op het veranderen van deze werkelijkheid door mijn denken te vernieuwen.’.  

Of ik bang ben dat ik ooit weer terugval? Nee, niet meer. Het helpt mij om me terug te trekken als ik druk en stress ervaar. Ik leer steeds beter luisteren naar wat mijn lichaam vraagt en nodig heeft. Ik leer mezelf steeds beter serieus te nemen en daarin te zorgen voor mezelf, hoe egoïstisch ik dat vaak ook nog vind. Ik kan nu een dag ‘uit’ gaan, in mijn pyjama op de bank hangen en mezelf toestaan om de hele dag Netflix te kijken, zonder me daar schuldig over te voelen. Of uit gaan waaien op het strand, een eind fietsen, schilderen of muziek luisteren. Ik voel me nu veel meer comfortabel met mezelf. En het belangrijkste is dat ik mezelf weer vertrouw. Soms zijn er dagen die niet lekker gaan, dan voel ik me depressief, ongemakkelijk, verdrietig en ontheemd. Maar ik vertrouw er inmiddels op dat die dagen niet blijvend zijn, maar ook weer voorbij gaan. Dan doorsta ik de storm en omarm ik hem.

Hoe je omgaat met die storm en wie je daarin bent is leidend. Een ding heb ik namelijk inmiddels geleerd van stormen. Ze gaan toch altijd weer liggen.

10 gedachten over “Opgebrand?”

  1. Mooi Anne. Stormen blijven komen en ook weer gaan. Ik vergelijk het altijd met een meer. De storm zorgt voor golven en doet het zand op de bodem opdwarrelen, het water wordt troebel. Je kan niet goed meer zien. Maar als de storm is gaan liggen daalt het zand weer neer. Je kan weer zien. Je blik is weer helder. Je kan weer verder. Fijne dag!

  2. Wat goed Anne. En wat herkenbaar (vanuit een heel ander verhaal over mezelf). En in de storm gaat bij mij ook alles volgens oude patronen. Dat herkennen geeft al zo veel ruimte. Dank je wel dat je dit zo mooi omschrijft.

    Patrick

    1. Dank je wel Patrick. Oude patronen steken de kop op wanneer ze nodig zijn. In een storm val je vaak terug op wat bekend en ‘veilig’ is. Daarom is een storm juist de plaats om de patronen te herkennen en ze, waar nodig, te veranderen. En dat geeft inderdaad ruimte.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *